[Refrein: Jim Bakkum] Ken je mij? Wie ken je dan? Weet jij mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet jij mij beter dan ik? [Vers 1: Jim Bakkum] Ogen die door de zon heen kijken Zoekend naar de plek waar ik woon Ben jij beeldspraak voor iemand Die aardig is, of onmetelijk ver Die niet staat en niet valt En niet voelt als ik Niet koud en hooghartig? [Refrein: René van Kooten] Ken je mij? Wie ken je dan? Weet jij mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet jij mij beter dan ik? [Vers 2: René van Kooten] Hier is de plek waar ik woon Een stoel op het water Een raam waarlangs het opklarend weer Of het vallende duister voorbij vaart Heb je geroepen? "Hier ben ik!" Ik zou één woord willen spreken Dat rechtop staat als mens
Die mij aankijkt en zegt: Ik ben jouw zuiverste zelf Vrees niet, versta mij, ik ben, ik ben! [Refrein: René van Kooten / Jim Bakkum] Ken je mij? Wie ken je dan? Weet jij mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet jij mij beter dan ik? [Vers 3: Jim Bakkum] Ben jij de enige voor wiens ogen Niets is verborgen van mijn naaktheid Dat ik geen licht geef, niet warm ben Dat ik niet mooi ben, niet veel Dat geen bron ontspringt in mijn diepte Dat ik alleen dit gezicht heb, geen ander Ben ik door jou, zonder schaamte, gezien, genomen, door niemand minder? [Refrein: René van Kooten / Jim Bakkum] Ken je mij? Wie ken je dan? Weet jij mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet jij mij beter dan ik?