Ik heb duizenden vrienden gehad in het zogenaamde leven
En ik zal er mogelijk nog duizenden krijgen
Ze zijn als partners in de wals van de wereld
Maar als het bal voorbij is zal ik ze me amper nog herinneren
Hoewel het op het moment heel plezierig was
Ik zal moeten trouwen
Alle ondermijning van mijzelf
En mijn roekeloze voorgeslacht te herstellen
Als ik niet gauw een vermogende slons weet over te halen
De groezelige poel van haar verhandelbare bloete adelen
Wel, dan verlaat ik mijn land
En al zijn grijze hemels
En hoewel er niet veel is dat pleit voor het buitenland
Sleep ik mijn ketting voort
Ik ben de vrolijke molenaar,
ik maal om niemand
en niemand maalt om mij